- 495. Maar u, o man van God, vecht tegen de goede strijd van het geloof, greep vast aan het eeuwige leven.(1 Timotheüs 6:11-12)
- 496. De heilige geschriften, die u in staat zijn om u wijs te maken voor redding door geloof dat in Christus Jezus is (2 Timotheüs 3:15)
- 497. Schaam je niet voor de getuigenis van onze Heer, maar deel met mij in het lijden voor het evangelie volgens de kracht van God (2 Timotheüs 1:8)
- 498 Gods eigen doel en genade die ons in Christus Jezus werd gegeven voordat de tijd begon (2 Timotheüs 1:9-10)
- 499. De dingen die je van mij hebt gehoord onder vele getuigen, plegen deze aan trouwe mannen die ook anderen kunnen onderwijzen.(2 Timotheüs 2:1-2)
- 500. U moet daarom ontberingen doorstaan als een goede soldaat van Jezus Christus.(2 Timotheüs 2:3-6)
- 501. Bedenk dat Jezus Christus, van het zaad van David, uit de dood is opgevoed volgens mijn evangelie, (2 Timotheüs 2:8)
- 502. waarvoor ik problemen onderviel als eenjongen, zelfs tot het punt van ketens, maar het Woord van God is niet geketend.(2 Timotheüs 2:9)
- 503. Daarom verdraag ik alle dingen omwille van de uitverkorenen, dat ze ook de redding kunnen verkrijgen die in Christus Jezus is met eeuwige glorie.(2 Timotheüs 2:10)
- 504. Want als we met Hem stierven, zullen we ook bij hem wonen.(2 Timotheüs 2:11)
- 505. Als we volharden, zullen we ook met hem regeren.Als we hem ontkennen, zal hij ons ook ontkennen.(2 Timotheüs 2:12)
- 507. Als we ongelovig zijn, Hij blijft trouw, Hij kan zichzelf niet ontkennen.(2 Timotheüs 2:13)
- 508. Wat gebeurt er in de laatste dagen (2 Timotheüs 3:1-7)
- 509. De kracht van godsvrucht, Christus (2 Timotheüs 3:5)
- 510. De kennis van de waarheid, Christus (2 Timotheüs 3:6-7)
- 511. Het Oude Testament, dat u in staat is om wijs te maken voor redding door geloof dat in Christus Jezus is (2 Timotheüs 3:14-15)
- 512. Predik het woord!Wees klaar in het seizoen en buiten het seizoen.(2 Timotheüs 4:1-2)
- 513. Ten slotte is er voor mij de kroon van gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige Judegese, op die dag zal geven (2 Timotheüs 4:7-8)