419. God heeft ons vanaf het begin gekozen om in Jezus als de Christus te geloven en door de Heilige Geest te worden verzegeld.(Efeziërs 1:11-14)
Jesaja 46:10, 2 Thessalonicenzen 2:13-14, 1 Petrus 2:9, 2 Timotheüs 1:9

God voorspelt wat Hij zal bereiken.(Jesaja 46:10)

Jesaja 46:10 Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; Die zegt: Mijn raad zal bestaan, en Ik zal al Mijn welbehagen doen.

God heeft ons vanaf het begin gekozen om in Jezus te geloven als de Christus en om te worden verzegeld door de Heilige Geest.(Efeziërs 1:11-13, 2 Thessalonicenzen 2:13-14, 2 Timotheüs 1:9)

Efeziërs 1:11 In Hem, in Welken wij ook een erfdeel geworden zijn, wij, die te voren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen, Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil;
12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus gehoopt hebben.
13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte;

2 Thessalonicenzen 2:13 Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid;
14 Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus.

2 Timotheüs 1:9 Die ons heeft zalig gemaakt, en geroepen met een heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus, voor de tijden der eeuwen;

We zijn verzegeld met de Heilige Geest om God te prijzen en het evangelie van Christus te prediken.(Efeziërs 1:14, 1 Petrus 2:9)

Efeziërs 1:14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid.

1 Petrus 2:9 Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk; opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht;