545. Jezus, die de priester werd met een eed door God (Hebreeën 7:20-22)
Psalmen 110:4, Hebreeën 7:17

Door de eed bevestigde God Jezus als de priester in de bediening van Christus.(Hebreeën 7:20-22, Psalmen 110:4, Hebreeën 7:17)

Hebreeën 7:20 En voor zoveel het niet zonder eedzwering is geschied, (want genen zijn wel zonder eedzwering priesters geworden;
21 Maar Deze met eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek).
22 Van een zoveel beter verbond is Jezus Borg geworden.

Psalmen 110:4 De HEERE heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt Priester in eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek.

Hebreeën 7:17 Want Hij getuigt: Gij zijt Priester in der eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek.