552. Christus kwam voor altijd de meest heilige plaats binnen met zijn eigen bloed, nadat hij eeuwige verlossing had verkregen.(Hebreeën 9:11-12)
Hebreeën 9:24-26, Hebreeën 10:14, Hebreeën 7:27

Als hogepriester bereikte Jezus voor eens en voor altijd eeuwige verlossing met zijn eigen bloed.(Hebreeën 9:11-12, Hebreeën 10:14)

Hebreeën 9:11 Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel,
12 Noch door het bloed der bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing teweeggebracht hebbende.

Hebreeën 10:14 Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.

Dus we hoeven niet elk jaar een offer aan God te bieden om onze zonden te vergeven.(Hebreeën 9:24-26, Hebreeën 7:27)

Hebreeën 9:24 Want Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen gemaakt is, hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel zelven, om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor ons;
25 Noch ook, opdat Hij Zichzelven dikwijls zou opofferen, gelijk de hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd bloed;
26 (Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af) maar nu is Hij eenmaal in de voleinding der eeuwen geopenbaard, om de zonde te niet te doen, door Zijnzelfs offerande.

Hebreeën 7:27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters, eerst voor zijn eigen zonden slachtofferen op te offeren, daarna, voor de zonden des volks; want dat heeft Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft.