704. Satan’s Temptation (Genesis 3:4-5)
Genesis 2:17, Johannes 8:44, 2 Corinthiërs 11:3, Jesaja 14:12-15

God beval Adam om de vrucht van goed en kwaad niet te eten.God waarschuwde Adam dat hij op de dag dat hij van het verboden vrucht at, hij zeker zou sterven.(Genesis 2:17)

Genesis 2:17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.

De gevallen engel Satan bedriegde Adam om het verboden vrucht te eten.(Jesaja 14:12-15, Genesis 3:4-5)

Jesaja 14:12 Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet!
13 En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op den berg der samenkomst aan de zijden van het noorden.
14 Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal den Allerhoogste gelijk worden.
15 Ja, in de hel zult gij nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil!

Genesis 3:4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;
5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.

Satan, de duivel, probeert de ongelovigen te bedriegen, zodat ze niet kunnen geloven dat Jezus de Christus is, en zelfs de gelovigen zodat zij niet diep kunnen geloven dat Jezus de Christus is.(Johannes 8:44, 2 Corinthiërs 4:4, 2 Corinthiërs 11:3)

Johannes 8:44 Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen.

2 Corinthiërs 4:4 In dewelke de god dezer eeuw de zinnen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld Gods is.

2 Corinthiërs 11:3 Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is.