832. Christus die de eeuwige verzoening tegelijk heeft bereikt (Leviticus 16:27-30)
Hebreeën 10:1-10, 15-18, Hebreeën 7:27

In het Oude Testament ontving het volk van Israël elk jaar vergeving van God op de dag van verzoening.(Leviticus 16:27-30)

Leviticus 16:27 Maar den var des zondoffers, en den bok des zondoffers, welker bloed ingebracht is, om verzoening te doen in het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun vellen, hun vlees en hun mest zullen zij met vuur verbranden.
28 Die nu dezelve verbrandt, zal zijn klederen wassen, en zijn vlees met water baden; en daarna zal hij in het leger komen.
29 En dit zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende maand, op den tienden der maand, uw zielen verootmoedigen, en geen werk doen, inboorling noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert.
30 Want op dien dag zal hij voor u verzoening doen, om u te reinigen; van al uw zonden zult gij voor het aangezicht des HEEREN gereinigd worden.

We kunnen niet perfect worden gebracht door de jaarlijkse offers die in het Oude Testament worden geboden.Het offer dat in het Oude Testament wordt geboden, is een schaduw van de komende Christus.Toen Jezus als de Christus op deze aarde kwam, bood hij zijn lichaam voor eens en voor altijd aan God om onze zonden te vergeven.(Hebreeën 10:1-10, Hebreeën 10:15-18, Hebreeën 7:27)

Hebreeën 10:1 Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.
2 Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
3 Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden.
4 Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.
5 Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;
6 Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd.
7 Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!
8 Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
9 Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.
10 In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.

Hebreeën 10:15 En de Heilige Geest getuigt het ons ook;
16 Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
17 En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.
18 Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.

Hebreeën 7:27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters, eerst voor zijn eigen zonden slachtofferen op te offeren, daarna, voor de zonden des volks; want dat heeft Hij eenmaal gedaan, als Hij Zichzelven opgeofferd heeft.