871. Canaan, het land waar Christus zal komen (Deuteronomium 1:8)
Genesis 12:7, Micha 5:2, Mattheüs 2:1, 4-6, Lukas 2:4-7, Johannes 7:42

In het Oude Testament zei Mozes tegen de Israëlieten om Canaan te betreden, het land waar Christus zou komen.(Deuteronomium 1:8)

Deuteronomium 1:8 Ziet, Ik heb dat land gegeven voor uw aangezicht; gaat daarin, en bezit erfelijk het land, dat de HEERE aan uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob gegeven heeft, dat Hij het hun en hun zaad na hen geven zou.

In het Oude Testament beloofde God Abraham het land waar Christus zou komen, Kanaän.(Genesis 12:7)

Genesis 12:7 Zo verscheen de HEERE aan Abram, en zeide: Aan uw zaad zal Ik dit land geven. Toen bouwde hij aldaar een altaar den HEERE, Die hem aldaar verschenen was.

Het Oude Testament profeteerde dat Christus in Bethlehem zou worden geboren in het land Kanaän.(Micha 5:2)

Micha 5:2 Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israels.

Jezus, de Christus, werd geboren in Bethlehem, het land Kanaän, volgens de profetieën van het Oude Testament.(Mattheüs 2:1, Mattheüs 2:4-6, Lukas 2:4-7, Johannes 7:42)

Mattheüs 2:1 Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.

Mattheüs 2:4 En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou geboren worden.
5 En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet:
6 En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israel weiden zal.

Lukas 2:4 En Jozef ging ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David was);
5 Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
6 En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude.
7 En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken, en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg.

Johannes 7:42 Zegt de Schrift niet, dat de Christus komen zal uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem, waar David was?