938. Christus als de eeuwige priester (1 Samuël 2:35)
938. Christus als de eeuwige priester (1 Samuël 2:35) Hebreeën 2:17, Hebreeën 3:1, Hebreeën 4:14, Hebreeën 5:5, Hebreeën 7:27-28, Hebreeën 10:8-14 In het Oude Testament benoemde God Samuël een trouwe priester voor het volk van Israël.(1 Samuël 2:35) 1 Samuël 2:35 En Ik zal Mij een getrouwen priester verwekken; die zal doen, gelijk als in […]