1290. Het beeld van de glorie van de Heer, Christus (Ezechiël 1:26-28) Openbaring 1:13-18, Colossenzen 1:14-15, Hebreeën 1:2-3 In het Oude Testament, toen Ezechiël het beeld van Gods glorie zag, viel hij voor het beeld en hoorde zijn stem.(Ezechiël 1:26-28) Ezechiël 1:26 En boven het uitspansel, hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis eens […]
1291. Predik het evangelie omdat God ons als horloge heeft benoemd.(Ezechiël 3:17-21) Romeinen 10:13-15, 1 Corinthiërs 9:16 In het Oude Testament benoemde God Ezechiël als wachter voor het volk van Israël om het evangelie te verspreiden.(Ezechiël 3:17-21) Ezechiël 3:17 Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het […]
1292. Christus beoordeelt degenen die niet in hem geloven.(Ezechiël 6:7-10) Johannes 3:16-17, Romeinen 10:9, 2 Timotheüs 4:1-2, Johannes 5:26-27, Handelingen 10:42-43, 1 Corinthiërs 3:11-15, 2 Corinthiërs 5:10, Handelingen 17:30-31, Openbaring 20:12-15 In het Oude Testament zei God dat hij degenen beoordeelt die niet in Hem geloven.Alleen dan weten mensen dat God God is.(Ezechiël 6:7-10) Ezechiël […]
1293. Wij geloven in Jezus als de Christus en zijn verzegeld met de Heilige Geest.(Ezechiël 9:4-6) Markus 16:15-16, Ackts 2:33-36, Handelingen 5:31-32, Romeinen 4:11, Galaten 3:14, Efeziërs 1:13, Efeziërs 4:30, Openbaring 7:2-3, Openbaring 9:4, Openbaring 14:1 In het Oude Testament heeft God een stempel gedrukt op het voorhoofd van degenen die de gruwelen van het […]
1294. God stortte de Heilige Geest uit op degenen die in Jezus geloofden als de Christus onder het overblijfsel van Israël en maakte hen zijn volk.(Ezechiël 11:17-20) Hebreeën 8:10-12, Handelingen 5:31-32 In het Oude Testament sprak God over het geven van de Heilige Geest van God in de harten van het overblijfsel van Israël om […]
1295. Maar de rechtvaardigen zullen leven door hun geloof.(Ezechiël 14:14-20) Ezechiël 18:2-4, 20, Hebreeën 11:6-7, Romeinen 1:17 In het Oude Testament zei God dat mensen zouden worden gered door zelf in hem te geloven.Met andere woorden, we kunnen niet worden gered door het geloof van anderen.(Ezechiël 14:14-20, Ezechiël 18:2-4, Ezechiël 18:20) Ezechiël 14:14 Ofschoon deze […]
1296. Degenen die niet in Christus blijven, worden in het vuur gegooid en verbrand.(Ezechiël 15:2-7) Johannes 15:5-6, Openbaring 20:15 In het Oude Testament zei God dat het volk van Israël dat niet in God geloofde in het vuur zou worden gegooid en verbrand zou worden.(Ezechiël 15:2-7) Ezechiël 15:2 Mensenkind, wat is het hout des wijnstoks […]
1297. Gods eeuwige verbond aan de Israëlieten:Christus (Ezechiël 16:60-63) Hebreeën 8:6-13, Hebreeën 13:20, Mattheüs 26:28 In het Oude Testament gaf God de Israëlieten eeuwige beloften.(Ezechiël 16:60-63) Ezechiël 16:60 Evenwel zal Ik gedachtig wezen aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. 61 Dan zult […]
1298. Christus komt als de afstammeling van David en geeft ons ware vrede.(Ezechiël 17:22-23) Lukas 1:31-33, Romeinen 1:3, Jesaja 53:2, Johannes 1:47-51, Mattheüs 13:31-32 In het Oude Testament zei God dat het volk van Israël zou rusten op de top van de cederboom, namelijk door één persoon uit de familie van David aan te stellen.(Ezechiël […]
1299. God wil dat iedereen gered wordt.(Ezechiël 18:23) Ezechiël 18:32, Lukas 15:7, 1 Timotheüs 2:4, 2 Petrus 3:9, 2 Corinthiërs 6:2, Handelingen 16:31 In het Oude Testament wilde God dat de goddelozen zich omdraaiden en zich van zijn weg keren en gered werd.(Ezechiël 18:23, Ezechiël 18:32) Ezechiël 18:23 Zou Ik enigzins lust hebben aan den […]