1007. God vervulde het verbond van het sturen van Christus.(Ezra 1:1) Jeremia 29:10, 2 Kronieken 36:22, Mattheüs 1:11-12, Jesaja 41:25, Jesaja 43:14, Jesaja 44:28 In het Oude Testament bewoog God het hart van Cyrus Koning van Perzië om het woord te vervullen dat door Jeremiahemiah werd gesproken.(Ezra 1:1, 2 Kronieken 36:22) Ezra 1:1 In het […]
1008. Christus is de ware tempel.(Ezra 3:10-13) Ezra 6:14-15, Johannes 2:19-21, Openbaring 21:22 In het Oude Testament, toen de bouwers van Israël die terugkeerden uit gevangenschap de fundamenten van de tempel legden, verheugden alle mensen van Israël zich.(Ezra 3:10-13) Ezra 3:10 Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN tempel legden, zo stelden zij […]
1009. Leer dat Jezus de Christus is.(Ezra 7:6,10) Handelingen 5:42, Handelingen 8:34-35, Handelingen 17:2-3 In het Oude Testament leerde de schrijver Ezraa de Wet van de Israëlieten God.(Ezra 7:6, Ezra 7:10) Ezra 7:6 Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God […]
1010. Als u een ander evangelie predikt dan het evangelie dat Jezus de Christus is, dan wordt u vervloekt.(Ezra 9:1-3, Ezra 10:3) 2 Corinthiërs 11:4, Galaten 1:6-9 Ezra huilde toen hij hoorde dat het volk van Israël en de priesters nog steeds trouwden met heidense dochters.(Ezra 9:1-3) Ezra 9:1 Als nu deze dingen voleind waren, […]