696. Christus, die de hemel en de aarde met God schiep (Genesis 1:1) Johannes 1:1-3, 1 Corinthiërs 8:6, Colossenzen 1:15-16, Hebreeën 1:2 Jezus Christus schiep in het begin de hemel en de aarde met God.(Genesis 1:1, Johannes 1:1-3, 1 Corinthiërs 8:6) Genesis 1:1 In den beginne schiep God den hemel en de aarde. Johannes 1:1 […]

697. Christus, die het ware licht is (Genesis 1:3) 2 Corinthiërs 4:6, Johannes 1:4-5,9-12, Johannes 3:19, Johannes 8:12, Johannes 12:46 God heeft ons het licht gegeven van het kennen van God, Jezus Christus.(Genesis 1:3, 2 Corinthiërs 4:6) Genesis 1:3 En God zeide: Daar zij licht! en daar werd licht. 2 Corinthiërs 4:6 Want God, Die […]

698.God schiep de mens naar zijn eigen beeld.(Genesis 1:26-27) 2 Corinthiërs 4:4, Colossenzen 1:15, Colossenzen 3:10, Psalmen 82:6, 1 Corinthiërs 11:7, Psalmen 82:6, Handelingen 17:28-29, Lukas 3:38 God schiep de mens naar zijn eigen beeld.(Genesis 1:26-27) Genesis 1:26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij […]

699. God beval ons om alle naties door het evangelie te redden (Genesis 1:28) Mattheüs 28:18-19, Markus 16:15, Handelingen 1:8 God beval de eerste man, Adam, om over alles op aarde te regeren.(Genesis 1:28) Genesis 1:28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt […]

700. Christus, die de ware rust is (Genesis 2:2-3) Exodus 16:29, Deuteronomium 5:15, Hebreeën 4:8, Mattheüs 11:28, Mattheüs 12:8, Markus 2:28, Lukas 6:5 God schiep de hemel en de aarde en rustte.(Genesis 2:2-3) Genesis 2:2 Als nu God op de zevende dag volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op den […]

701. Christus, die ons leven is (Genesis 2:7) Klaagliederen 4:20, Johannes 20:22, 1 Corinthiërs 15:45, Colossenzen 3:4 Toen God ons schiep, ademde hij ons leven in, zodat we menselijk konden worden.(Genesis 2:7) Genesis 2:7 En de HEERE God had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen de adem des […]

702. De belofte van het eeuwige leven en de dood (Genesis 2:17) Romeinen 7:10, Deuteronomium 30:19-20, Johannes 1:1,14, Openbaring 19:13, Romeinen 9:33, Jesaja 8:14, Jesaja 28:16 God vertelde Adam dat als hij van de verboden vrucht at, hij zeker zou sterven.(Genesis 2:17) Genesis 2:17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, […]

703. Christus, die van ons hield zoals hijzelf (Genesis 2:22-24) Romeinen 5:14, Efeziërs 5:31-32 Adam is een soort Christus, die komt.(Romeinen 5:14) Romeinen 5:14 Maar de dood heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding van Adam, welke een voorbeeld is Desgenen, Die komen […]

704. Satan’s Temptation (Genesis 3:4-5) Genesis 2:17, Johannes 8:44, 2 Corinthiërs 11:3, Jesaja 14:12-15 God beval Adam om de vrucht van goed en kwaad niet te eten.God waarschuwde Adam dat hij op de dag dat hij van het verboden vrucht at, hij zeker zou sterven.(Genesis 2:17) Genesis 2:17 Maar van den boom der kennis des […]

705. Adam en Eve’s ongehoorzaamheid en de gevolgen ervan (Genesis 3:6-8) 1 Timotheüs 2:14, Hosea 6:7, Genesis 3:17-19, Genesis 2:17, Romeinen 3:23, Romeinen 6:23, Jesaja 59:2, Johannes 8:44 God zei tegen Adam dat hij niet moest eten voor het verboden vrucht en waarschuwde dat hij de dag dat hij ervan at, zeker zou sterven.(Genesis 2:17) […]