521. Gods Zoon, Christus (Hebreeën 1:2) Mattheüs 16:16, Mattheüs 14:33, Hebreeën 3:6, Hebreeën 4:14, Hebreeën 5:8, Hebreeën 7:28 Jezus is de Zoon van God.(Mattheüs 14:33, Hebreeën 1:2, Hebreeën 4:14) Mattheüs 14:33 Die nu in het schip waren, kwamen en aanbaden Hem, zeggende: Waarlijk, Gij zijt Gods Zoon! Hebreeën 1:2 Welken Hij gesteld heeft tot een […]
522. God heeft erfgenaam van alle dingen aan zijn zoon aangesteld.(Hebreeën 1:2) Psalmen 2:7-9, Psalmen 89:27-29, Mattheüs 28:18, Handelingen 2:36, Handelingen 10:36, Efeziërs 1:10, Efeziërs 2:20-22, Daniël 7:13-14, Colossenzen 1:15-17, Colossenzen 3:11 Hebreeën 1:2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; Het Oude Testament profeteerde […]
523. Jezus Christus de Schepper (Hebreeën 1:2) (Johannes 1:1-3, Johannes 1:14, 1 Corinthiërs 8:6, Colossenzen 1:16-17) Jezus, de Christus, schiep in het begin alle dingen met God. Hebreeën 1:2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft; Johannes 1:1 In den beginne was het Woord, en […]
524. Christus, de Exodusact -weergave van Gods wezen (Hebreeën 1:3) (Colossenzen 1:15, 2 Corinthiërs 4:4, Johannes 14:9, Romeinen 9:5, 1 Johannes 5:20) Jezus, de Christus, is identiek aan God.Ook kwam Jezus in het vlees en is de God die we kunnen zien. Hebreeën 1:3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte […]
525. Over zijn zoon (Hebreeën 1:5-13) De auteur van Hebreeën legde uit hoe superieur de Zoon van God is voor de engelen. Een engel kan geen Zoon van God zijn.Maar Jezus is de Zoon van God, en God is zijn Vader.(Hebreeën 1:5, Psalmen 2:7, 2 Samuël 7:14) Hebreeën 1:5 Want tot wien van de engelen […]
526. God getuigt ook dat Jezus de Christus is.(Hebreeën 2:4) Markus 16:16-17, Johannes 10:38, Handelingen 2:22, Handelingen 3:11-16, Handelingen 14:3, Handelingen 19:11-12, Romeinen 15:18-19 Hebreeën 2:4 God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes, naar Zijn wil. God gaf Jezus tekenen en wonderen om te getuigen dat Jezus […]
527. De Heilige Geest getuigt dat Jezus de Christus is.(Hebreeën 2:4) Johannes 14:26, Johannes 15:26, Handelingen 2:33,36, Handelingen 5:30-32, God geeft de Heilige Geest als een geschenk aan degenen die geloven dat Jezus de Christus is.(Hebreeën 2:4, Handelingen 2:33, Handelingen 2:36, Handelingen 5:30-32) Hebreeën 2:4 God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten […]
528. Jezus, die iets lager werd gemaakt dan de engelen, voor het lijden van de dood bekroond met glorie en eer (Hebreeën 2:6-10) Psalmen 8:4-8 Hoewel Jezus hoger is dan de engelen, werd hij voor een korte tijd lager gemaakt dan de engelen door voor ons aan het kruis te sterven.(Hebreeën 2:6-10, Psalmen 8:4-8) Hebreeën […]
529. Christus, die ons heiligt (Hebreeën 2:11) Exodus 31:13, Leviticus 20:8, Leviticus 21:5, Leviticus 22:9,16,32 God beloofde in het Oude Testament dat als we zijn geboden onderhouden, Hij ons zal heiligen.(Exodus 31:13, Leviticus 20:8, Leviticus 22:9, Leviticus 22:32) Exodus 31:13 Gij nu, spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Gij zult evenwel mijn sabbatten onderhouden; want […]
531. Jezus, die ons broeders noemt (Hebreeën 2:11-12) Mattheüs 12:50, Markus 3:35, Lukas 8:21, Romeinen 8:29, Psalmen 22:22 In het Oude Testament werd voorspeld dat Christus het evangelie van redding aan zijn broeders zou verkondigen.(Psalmen 22:22) Psalmen 22:22 Verlos mij uit des leeuwen muil; en verhoor mij van de hoornen der eenhoornen. God heiligde ons […]