922. Leer uw kinderen om God te kennen.(Richtere 2:10) Deuteronomium 6:6-7, Psalmen 78:5-8, 2 Timotheüs 2:2 In het Oude Testament, nadat Joshuaua stierf, kende de volgende generatie God niet, noch wisten ze wat God had gedaan.(Richtere 2:10) Richtere 2:10 En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht […]
923. Christus redt ons.(Richtere 2:16, Richtere 2:18) Handelingen 13:20, Mattheüs 1:21, Lukas 1:68-71, Lukas 2:25-26, 30, Johannes 3:17, Johannes 12:47, Handelingen 2:21, Handelingen 16:31, Romeinen 1:16, Romeinen 10:9 In het tijdperk van Judegeses in het Oude Testament heeft God het volk van Israël door de Richtere gered.(Richtere 2:16, Richtere 2:18, Handelingen 13:20) Richtere 2:16 En […]
924. Christus heeft ons levend gemaakt, die dood waren in overtredingen en zonden.(Richtere 3:5-11) Efeziërs 2:1-7 In het Oude Testament pleegden de Israëlieten die in het land Kanaän woonden de zonde van het aanbidden van vreemde goden.God was hier boos op en maakte het volk van Israël slaven aan de heidenen.Toen het volk van Israël […]
925. Christus die Satans hoofd heeft geslagen (Richtere 3:20-21) Richtere 3:28, Genesis 3:15, 1 Johannes 3:8, Colossenzen 2:13-15 In het Oude Testament doodde de rechter Ehud de koning van de vijand die het volk van Israël kwelde.(Richtere 3:20-21, Richtere 3:28) Richtere 3:20 En Ehud kwam tot hem in, daar hij was zittende in een koele […]
926. God vecht voor de Israëlieten (Richtere 5:20-21) Richtere 5:20 Van den hemel streden zij, de sterren uit haar loopplaatsen streden tegen Sisera. 21 De beek Kison wentelde hen weg, de beek Kedumin, de beek Kison; vertreed, o mijn ziel! de sterken. In het Oude Testament gebruikte God natuurlijke fenomenen voor het volk van Israël […]
928. De heidenen die werden benoemd voor eeuwig leven geloofden.(Richtere 4:9) Richtere 4:21, Richtere 5:24, Handelingen 13:47-48, Handelingen 16:14 In het Oude Testament doodde een genesistiele vrouw een genesistiele koning.Omdat de vrouw niet in genesistiele goden geloofde, maar in God geloofde.(Richtere 4:9, Richtere 4:21, Richtere 5:24) Richtere 4:9 En zij zeide: Ik zal zekerlijk met […]
930. Wanneer God bij ons is, zal de wereldevangelisatie plaatsvinden.(Richtere 6:16) Mattheüs 28:18-20, Handelingen 1:8 In het Oude Testament was God bij het Israëlische leger, dus het Israëlische leger doodde de Midianieten net zo gemakkelijk als ze een enkele man doodden.(Richtere 6:16) Richtere 6:16 En de HEERE zeide tot hem: Omdat Ik met u zal […]
931. Gideon geloofde in God en in Christus.(Richtere 6:34) Richtere 6:34 Toen toog de Geest des HEEREN Gideon aan, en hij blies met de bazuin, en de Abi-ezrieten werden achter hem bijeengeroepen. In het Oude Testament was Gideon in staat zijn vijanden te verslaan door te geloven in God en de Christus.(Hebreeën 11:32-33) Hebreeën 11:32 […]
932. Jephthah geloofde in God en in Christus.(Richtere 11:29) Hebreeën 11:32-33 In het Oude Testament was Jephthah in staat om de vijand te verslaan omdat hij in God en de Christus geloofde.(Richtere 11:29, Hebreeën 11:32-33) Richtere 11:29 Toen kwam de Geest des HEEREN op Jeftha, dat hij Gilead en Manasse doortrok; want hij trok door […]
934. Samson geloofde in God en in Christus.(Richtere 13:24-25) Richtere 13:24 Daarna baarde deze vrouw een zoon, en zij noemde zijn naam Simson; en dat knechtje werd groot, en de HEERE zegende het. 25 En de Geest des HEEREN begon hem bij wijlen te drijven in het leger van Dan, tussen Zora en tussen Esthaol. […]