- 1266. God heeft ons geroepen om het evangelie te prediken dat Jezus voor iedereen de Christus is.(Jeremia 1:7-8)
- 1267. De Israëlieten hadden God en Christus verlaten, die de bron van levend water waren.(Jeremia 2:13)
- 1268. Keer terug naar God en Christus, onze echtgenoot.(Jeremia 3:14)
- 1269. Christus is de ware herder die achter Gods eigen hart is en ons zal voeden.(Jeremia 3:15)
- 1270. God maakt ons zijn kinderen als we in Jezus als de Christus geloven.(Jeremia 3:19)
- 1271. De Israëlieten geloofden niet in Christus, het verbond van God, maar geloofden dat als er alleen de tempel was, ze veilig zouden zijn.(Jeremia 7:9-11)
- 1272. Omdat de Israëlieten niet in Christus geloofden, vernietigde God de tempel waarvan de Israëlieten afhankelijk waren.(Jeremia 7:12-14)
- 1273. Alleen opscheppen in de kennis van Christus en de boodschap van het kruis van Christus.(Jeremia 9:23-24)
- 1274. Als iemand een ander evangelie aan u predikt dan dat Jezus de Christus is, laat Hem dan vervloekt.(Jeremia 14:13-14)
- 1275. Cursed zijn degenen wier harten zich van God keren en die niet van Christus houden.(Jeremia 17:5)
- 1276. We kunnen niet anders dan spreken dat Jezus de Christus is.(Jeremia 20:9)
- 1277. Christus als de ware herder die ons zal begeleiden (Jeremia 23:2-4)
- 1278. Christus is de gerechtigheid van God die ons zal redden.(Jeremia 23:5-6)
- 1279. De Joden vervolgden de profeten die de komst van Christus voorspelden.(Jeremia 25:4)
- 1280. Uit het zaad van David hief God Christus op, de redder van Israël.(Jeremia 30:8-9)
- 1281. Koning Herodes doodde kinderen om de Christus te doden die werd geboren.(Jeremia 31:15)
- 1282. Gods nieuwe verbond:Christus, niet de wet (Jeremia 31:31-34)
- 1283. Wanneer de volheid van de heidenen is binnengekomen, herstelt God de natie Israël.(Jeremia 32:43-44)
- 1284. Christus is de gerechtigheid van God die ons zal redden.(Jeremia 33:14-17)
- 1285. Christus is de eeuwige hogepriester.(Jeremia 33:18)
- 1286. De Joden doodden de profeten en de Christus die de profeten hadden beloofd te komen.(Jeremia 44:4-6)
- 1287. Kom en laten we onszelf vergezellen met de Heer in een eeuwigdurend verbond, Christus (Jeremia 50:5)
- 1288. Christus wacht tot het volk Israël terugkeert (Jeremia 50:6)
- 1289. Wat het evangelie betreft, zijn Israelities vijanden voor God voor uw bestwil.(Klaagliederen 2:11-13)